De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen en de TIS?

Wordt er gesproken over de Wet Kwaliteitsborging dan wordt vrij snel de link gelegd met een TIS-organisatie. Eén van de belangrijkste redenen, naast de geborgde vakkennis, is hoe de zorgvuldigheid met betrekking tot de onafhankelijkheid is geregeld. De hoge eisen omtrent deze onafhankelijkheid maakt dat het instrument u tevens toegang biedt tot diverse verzekerings- en borgingsproducten zoals de VGV (Verborgen Gebreke Verzekering) en Bouwgarant.

Het goed om te weten dat de TIS-organisatie als onafhankelijke kwaliteitsborger kan worden ingezet en het is daarom goed om toelichting te geven wat de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen precies voor de bouwconsument inhoudt.

Het wetsvoorstel beoogt zowel de positie van de bouwconsument als mede de kwaliteit van het bouwwerk te verbeteren.

De wet kent in de kern 4 onderdelen:

Het technisch toetsen van een bouwwerk aan het bouwbesluit is een taak dat, door de komst van deze wet, verschuift van het bevoegd gezag naar een private partij. Deze private partij, de onafhankelijke kwaliteitsborger, zal het bouwwerk toetsen conform het bouwbesluit en houdt toezicht op dit bouwwerk. De onafhankelijke kwaliteitsborger werkt volgens een goedgekeurd instrument, deze goedkeuring wordt gegeven door de Toelatingsorganisatie, een door de overheid ingerichte organisatie.
Bij oplevering dient de kwaliteitsborger een goedkeurende verklaring af te geven waarbij blijkt dat een gerechtvaardigd vertrouwen is dat het bouwwerk voldoet aan het Bouwbesluit.

De taken van het bevoegd gezag (Bouw- en woningtoezicht) die resteren zijn de ruimtelijke toets (past het in het bestemmingsplan), daar waar er sprake is van welstand of het voldoet aan redelijke eisen, aanwezigheid risicobeoordeling en de duiding van het instrument en eventueel welke onafhankelijke kwaliteitsborger dit instrument gaat toepassen.
Het onderdeel ‘risicobeoordeling’, wat bij de vergunningaanvraag voor het bouwen moet worden toegevoegd, dient nog te worden uitgewerkt.

De wet geldt nog niet voor elk type bouwwerk. In beginsel betreft het grondgebonden vergunningsplichtige bouwwerken zoals woningen, kleine hallen en stallen, bruggen etc.

De Toelatingsorganisatie ziet toe op juiste instrumenten. Deze instrumenten worden beheer door veelal certificerende organisaties. Het instrument TIS past volledig in de richtlijnen van de wet en SKG-IKOB voert als certificatie-instelling de audits uit.

De wet kent een dubbele controle op de onafhankelijke kwaliteitsborgers want naast de audits van een certificerende instelling voert ook de Toelatingsorganisatie steekproefsgewijs audits uit.

De Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen kent ook een verscherping van de aansprakelijkheidsregeling. In het bijzonder in het contract met een bouwconsument kan hier niet van worden afgeweken (zie betreffende artikel onderaan de pagina).

De wet bevat ook een aangescherpte waarschuwingsplicht voor aannemers (voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij die kende of behoorde te kennen). Dit moet voortaan schriftelijk, ondubbelzinnig en onder verwijzing naar de gevolgen gebeuren. Ook deze eis is bij particuliere opdrachtgevers een dwingend recht.

De aannemer dient bij het volbrengen van een bouwwerk, dus ook bij niet vergunningsplichtige bouwwerken, een consumentendossier te overleggen. Wat dit overdrachtsdossier dient te bevatten wordt nog uitgewerkt.

Daarnaast is de aannemer verplicht is om de opdrachtgever van een bouwwerk te informeren of, en zo ja hoe, de aannemer verzekerd is danwel een andere financiële zekerheid biedt ten behoeve van de nakoming van zijn verplichtingen tot uitvoering van het werk en ter dekking van zijn aansprakelijkheid voor gebreken die aan hem zijn toe te rekenen. Deze informatie bestaat in ieder geval uit de omvang van de verzekering of de financiële zekerheid, de dekkingsgraad, de looptijd en de som waarvoor de verzekering dan wel de financiële zekerheid is afgesloten.

Pilots
Voorafgaand aan invoering van de wet kunnen er al projecten worden opgestart. Aan de spelregels hiervoor wordt nog gewerkt maar het heeft voor een opdrachtgever van een vergunningsplichtig bouwwerk wel diverse voordelen.

  1. Omdat de technische uitwerking niet direct met de vergunningsaanvraag hoeft te worden ingediend kan er sneller een vergunning worden afgegeven;
  2. Doordat er nu minder werkzaamheden door het bevoegd gezag uitgevoerd hoeven te worden, kan er een legeskorting geven worden.

Artikel 7:758 lid 4 BW
Bij aanneming van bouwwerken is de aannemer aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. In andere gevallen kan van dit lid alleen ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, indien dit uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen.

Overigens ontslaat dit niet de opdrachtgever van zijn wettelijke verplichtingen en de aanneemovereenkomst. Zo blijven de bepalingen omtrent de redelijke termijn waarbinnen hij over gebreken dient te klagen en de verjaring van rechtsvorderingen onverkort van toepassing.